HUIS EN (MOES)TUIN IN DE BOURGOGNE.

Huis en Tuin in de Bourgogne, en gezien mijn (moes)tuinierservaring, speciaal de Morvan.

Bij ieder huis in de Morvan was een moestuin, misschien niet meer direct zichtbaar in het terrein bij aankoop, maar met een beetje speuren gemakkelijk te localiseren.

Toen het huis gebouwd werd, waren er stenen nodig, hoe dichterbij, hoe beter, dat scheelde in het transport. Bij het huis was ook een moestuin nodig, liefst zonder stenen. U begrijpt het al, er werd een gunstig gelegen stuk grond nabij het huis stenenvrij gemaakt en beide doelen waren gediend.

Nadat de laatste bewoner uit het huis vertrokken was, verwilderde de moestuin, maar vaak nog goed herkenbaar door de afwijkende begroeiing tov de omliggende stukken, vaak in het voorjaar vol met brandnetels. Een spade in de grond verschaft vaak zekerheid, 20-15 cm teelaarde (hoe hoger in de Morvan, hoe minder) met weinig of geen grote stenen, wel kleintjes, want die houden de zonnewarmte goed vast. Vaak ook was de moestuin het enige met kippengaas omheinde stuk grond, om ze eruit te houden !

Indien mogelijk ligt de tuin altijd op een zuidhelling, dat scheelt een paar weken teelt in voor- en najaar, en verminderd het nachtvorstgevaar door een betere zonnewarmte opslag in de winterse periode, en dus een hogere grondtemperatuur in de ochtend.

De kwaliteit van de dunne teelaarde laag is twijfelachtig in de Morvan, kalkarm met een hoge zuurgraad, dus iedere winter goed organisch bemesten met oude stalmest met een fors gehalte aan stro, en een paar handen kalk.

Toen ik in de Morvan kwam, had ik naast mijn schooltuin diploma niet veel ervaring met tuinieren. Dus de verlaten moestuin omgespit, en als mijn buurman zaaide, deed ik hetzelfde.
Tot zijn grote verbazing groeide alles bij mij tweemaal vlugger dan bij hem, dat krijg je na 6 jaar rust voor de grond !

Voor de ijsheiligen (rond 10 mei) is het niet de moeite je moestuin te beginnen in de Morvan, de nachtvorst slaat genadeloos toe. Maar als het heerlijk voorjaar is in april, kriebelen alle tuiniersvingers, toch niet doen, 2e helft mei is vroeg genoeg, en hoe hoger de tuin ligt, des te vlugger alles groeit om de verloren tijd in te halen. Het nachtvorstrecord in Glux en Glenne staat overigens op 14 juli !

In 1996 op 24 mei een flinke nachtvorst in de hoge Morvan, alle pas uitgekomen tere beukenblaadjes bevroren en  na een paar dagen net zo bruin als herfstblad, "le feu” heet dat.

Het afgelopen jaar echter hebben we vanaf half maart geen vorst of nachtvorst meer gehad, alle bomen een maand te vroeg in blad en een ongeloofelijk grote fruitoogst, want er was geen bloesempje bevroren.

Voor fruitbomen moet U laatbloeiers kiezen om bovengenoemde redenen, dus géén Boskoopse eerstelingen, maar liefst lokale soorten, waarover U in St Brieux bij het Maison du Parc inlichtingen in kunt winnen, zij hebben een arbetorum van oude lokale fruitrassen.

Onze buurman had appelbomen die in juni bloeiden, in oktober vielen er keiharde kogels uit, maar na opslag werden het in februari heerlijke "pommes au couteau” (handappelen), tenslotte heeft iedere "Morvandiau” een scherp mes in zijn zak, zodat hij zijn (soms schaarse) tanden kan sparen !

De trots van de tuinier in de Morvan : elke dag van het jaar sla uit eigen tuin, al moet hij ze soms de hele winter in bloempotten de kelder in, de kelder uit sjouwen, afhankelijk van het weer.

Joost Kubbe,
 
Gechreven in 2012

Terug

This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.